Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. wegrijden:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wegrijden (Niederländisch) ins Englisch

wegrijden:

wegrijden Verb (rijd weg, rijdt weg, reed weg, reden weg, weggereden)

  1. wegrijden
    to drive away
    • drive away Verb (drives away, drove away, driving away)

Konjugationen für wegrijden:

o.t.t.
  1. rijd weg
  2. rijdt weg
  3. rijdt weg
  4. rijden weg
  5. rijden weg
  6. rijden weg
o.v.t.
  1. reed weg
  2. reed weg
  3. reed weg
  4. reden weg
  5. reden weg
  6. reden weg
v.t.t.
  1. ben weggereden
  2. bent weggereden
  3. is weggereden
  4. zijn weggereden
  5. zijn weggereden
  6. zijn weggereden
v.v.t.
  1. was weggereden
  2. was weggereden
  3. was weggereden
  4. waren weggereden
  5. waren weggereden
  6. waren weggereden
o.t.t.t.
  1. zal wegrijden
  2. zult wegrijden
  3. zal wegrijden
  4. zullen wegrijden
  5. zullen wegrijden
  6. zullen wegrijden
o.v.t.t.
  1. zou wegrijden
  2. zou wegrijden
  3. zou wegrijden
  4. zouden wegrijden
  5. zouden wegrijden
  6. zouden wegrijden
diversen
  1. rijd weg!
  2. rijdt weg!
  3. weggereden
  4. wegrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wegrijden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
drive away wegrijden bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen

Wiktionary Übersetzungen für wegrijden:


Cross Translation:
FromToVia
wegrijden leave; drive away; drive off; start off; start; absent onself; depart; go away; absent onself from; discharge; fire; fire off; start out; set off; set going partir — (vieilli) diviser en plusieurs parts. On ne l’emploie plus, en ce sens, que dans cette phrase :