Niederländisch

Detailübersetzungen für verslagenheid (Niederländisch) ins Englisch

verslagenheid:

verslagenheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de verslagenheid
    the dismay; the consternation; the dejection

Übersetzung Matrix für verslagenheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
consternation verslagenheid consternatie; schrik; verbijstering
dejection verslagenheid droefenis; droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; kruis; kwel; leed; malaise; melancholie; neerslachtigheid; ongeluk; pijn; rouw; slapheid; slapte; smart; somberheid; zwaarmoedigheid
dismay verslagenheid consternatie; geschoktheid; ontsteltenis; ontzetting; schrik; verbijstering

Verwandte Wörter für "verslagenheid":


Wiktionary Übersetzungen für verslagenheid:

verslagenheid
noun
  1. hurtful condition resulting from losing

Cross Translation:
FromToVia
verslagenheid abatement; weakness; exhaustion; indolence; lifelessness; melancholy; dejection; depression; gloom; melancholia; grief; sadness; sorrow; fatigue; weariness; consternation; alarm; dismay; demand; sale; deduction; subtraction; apathy abattementdiminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques.
verslagenheid stupor; stupour; consternation; alarm; dismay stupeur — médecine|fr trouble organique et mental, caractérisé par la suspension complète de toute activité mentale et extérieure.
verslagenheid stupefaction; awe; stupor; consternation; alarm; dismay stupéfactionétonnement profond qui produire la stupeur.
verslagenheid torpor torpeur — médecine|fr zoologie|fr engourdissement, somnolence, ralentissement des fonctions vitales.

verslagenheid form of verslagen:

verslagen Adjektiv

  1. verslagen (overwonnen)
    defeated; beaten

Übersetzung Matrix für verslagen:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
beaten overwonnen; verslagen geslagen
defeated overwonnen; verslagen

Verwandte Wörter für "verslagen":


Wiktionary Übersetzungen für verslagen:


Cross Translation:
FromToVia
verslagen stunned; dumbfounded; stupefied; aghast; taken aback; upset; dazed stupéfait — Que la surprise rendre comme interdit et immobile.