Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. verbitterd:
  2. verbitteren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verbitterd (Niederländisch) ins Englisch

verbitterd:

verbitterd Adjektiv

  1. verbitterd (bitter teleurgesteld)
    embittered; fierce; exasperated

Übersetzung Matrix für verbitterd:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
exasperated bitter teleurgesteld; verbitterd gebeten; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt
fierce bitter teleurgesteld; verbitterd boos; dol; erg; fel; felle; furieus; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hels; hevig; intens; intensief; kokend; krachtig; kwaad; laaiend; nijdig; onbeheerst; onstuimig; razend; stormachtig; temperamentvol; tierend; verwoed; vurig; warmbloedig; woedend; woest; ziedend
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
embittered bitter teleurgesteld; verbitterd gebeten; grimmig; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt

Verwandte Wörter für "verbitterd":

  • verbitterdheid

Wiktionary Übersetzungen für verbitterd:

verbitterd
adjective
  1. cynical and resentful
  2. sharp and harsh

verbitteren:

verbitteren Verb (verbitter, verbittert, verbitterde, verbitterden, verbitterd)

  1. verbitteren (vergrammen)
    to embitter; to turn; to sour
    • embitter Verb (embitters, embittered, embittering)
    • turn Verb (turns, turned, turning)
    • sour Verb (sours, soured, souring)

Konjugationen für verbitteren:

o.t.t.
  1. verbitter
  2. verbittert
  3. verbittert
  4. verbitteren
  5. verbitteren
  6. verbitteren
o.v.t.
  1. verbitterde
  2. verbitterde
  3. verbitterde
  4. verbitterden
  5. verbitterden
  6. verbitterden
v.t.t.
  1. heb verbitterd
  2. hebt verbitterd
  3. heeft verbitterd
  4. hebben verbitterd
  5. hebben verbitterd
  6. hebben verbitterd
v.v.t.
  1. had verbitterd
  2. had verbitterd
  3. had verbitterd
  4. hadden verbitterd
  5. hadden verbitterd
  6. hadden verbitterd
o.t.t.t.
  1. zal verbitteren
  2. zult verbitteren
  3. zal verbitteren
  4. zullen verbitteren
  5. zullen verbitteren
  6. zullen verbitteren
o.v.t.t.
  1. zou verbitteren
  2. zou verbitteren
  3. zou verbitteren
  4. zouden verbitteren
  5. zouden verbitteren
  6. zouden verbitteren
diversen
  1. verbitter!
  2. verbittert!
  3. verbitterd
  4. verbitterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verbitteren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
turn beurt; bocht; draai; haspel; keer; keerpunt; kentering; klos; kromming; kromte; omdraaiing; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
embitter verbitteren; vergrammen
sour verbitteren; vergrammen aanzuren; bitter worden; schiften; verbolgen worden; verzuren; zuur worden; zuurder maken
turn verbitteren; vergrammen afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; keren; ombladeren; omdraaien; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; wenden; wentelen; zwenken
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sour bitter; galachtig; zuur

Wiktionary Übersetzungen für verbitteren:

verbitteren
verb
  1. bitter maken