Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. voorrang hebben:


Niederländisch

Detailübersetzungen für voorrang hebben (Niederländisch) ins Deutsch

voorrang hebben:

voorrang hebben Verb (heb voorrang, hebt voorrang, had voorrang, hadden voorrang, voorrang gehad)

  1. voorrang hebben
    vorgehen
    • vorgehen Verb (gehe vor, gehst vor, geht vor, gang vor, ganget vor, vorgegangen)

Konjugationen für voorrang hebben:

o.t.t.
  1. heb voorrang
  2. hebt voorrang
  3. hebt voorrang
  4. hebben voorrang
  5. hebben voorrang
  6. hebben voorrang
o.v.t.
  1. had voorrang
  2. had voorrang
  3. had voorrang
  4. hadden voorrang
  5. hadden voorrang
  6. hadden voorrang
v.t.t.
  1. heb voorrang gehad
  2. hebt voorrang gehad
  3. heeft voorrang gehad
  4. hebben voorrang gehad
  5. hebben voorrang gehad
  6. hebben voorrang gehad
v.v.t.
  1. had voorrang gehad
  2. had voorrang gehad
  3. had voorrang gehad
  4. hadden voorrang gehad
  5. hadden voorrang gehad
  6. hadden voorrang gehad
o.t.t.t.
  1. zal voorrang hebben
  2. zult voorrang hebben
  3. zal voorrang hebben
  4. zullen voorrang hebben
  5. zullen voorrang hebben
  6. zullen voorrang hebben
o.v.t.t.
  1. zou voorrang hebben
  2. zou voorrang hebben
  3. zou voorrang hebben
  4. zouden voorrang hebben
  5. zouden voorrang hebben
  6. zouden voorrang hebben
diversen
  1. heb voorrang!
  2. hebt voorrang!
  3. voorrang gehad
  4. voorrang hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für voorrang hebben:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vorgehen voorrang hebben handelen; leven; manipuleren; opereren; optreden; procederen; te werk gaan; werken

Verwandte Übersetzungen für voorrang hebben