Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. spichtig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für spichtig (Niederländisch) ins Deutsch

spichtig:

spichtig Adjektiv

  1. spichtig (mager; tenger; sprieterig)
    dünn; spindeldürr; schlank; hager
  2. spichtig (mager; lang en dun)

Übersetzung Matrix für spichtig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dünn mager; spichtig; sprieterig; tenger armzalig; dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; ijl; karig; krukkig; mager; onbeholpen; onhandig; pover; rank; schamel; schraal; schriel; schutterig; slank; slap; slungelig; stumperig; stuntelig; subtiel; sukkelig; tenger; van geringe dichtheid; waterachtig; waterig
hager lang en dun; mager; spichtig; sprieterig; tenger armzalig; benig; berooid; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; ijl; karig; lang en dun; mager; piekerig; pover; schamel; schraal; schriel; spinachtig; sprietig; van geringe dichtheid
schlank mager; spichtig; sprieterig; tenger dun; dun van gestalte; fijn; fijngebouwd; lichtgebouwd; los; mager; onvast; rank; rijzig; slank; tenger; wankel; wankelbaar; wankelend
schmächtig lang en dun; mager; spichtig armzalig; berooid; broodmager; dun; dun van gestalte; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; ijl; karig; lang en dun; los; mager; onvast; piekerig; pover; rank; schamel; schraal; schriel; slank; spinachtig; sprietig; tenger; uitgemergeld; uitgeteerd; van geringe dichtheid; wankel; wankelbaar; wankelend
spindeldürr lang en dun; mager; spichtig; sprieterig; tenger benig; broodmager; graatachtig; graatmager; lang en dun; piekerig; spinachtig; sprietig; totaal vermagerd; uitgemergeld; uitgeteerd

Verwandte Wörter für "spichtig":

  • spichtigheid, spichtige