Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. opengooien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opengooien (Niederländisch) ins Deutsch

opengooien:

opengooien Verb (gooi open, gooit open, gooide open, gooiden open, opengegooid)

  1. opengooien (openwerpen)
    aufwerfen
    • aufwerfen Verb (werfe auf, wirfst auf, wirft auf, warf auf, warft auf, aufgeworfen)

Konjugationen für opengooien:

o.t.t.
  1. gooi open
  2. gooit open
  3. gooit open
  4. gooien open
  5. gooien open
  6. gooien open
o.v.t.
  1. gooide open
  2. gooide open
  3. gooide open
  4. gooiden open
  5. gooiden open
  6. gooiden open
v.t.t.
  1. heb opengegooid
  2. hebt opengegooid
  3. heeft opengegooid
  4. hebben opengegooid
  5. hebben opengegooid
  6. hebben opengegooid
v.v.t.
  1. had opengegooid
  2. had opengegooid
  3. had opengegooid
  4. hadden opengegooid
  5. hadden opengegooid
  6. hadden opengegooid
o.t.t.t.
  1. zal opengooien
  2. zult opengooien
  3. zal opengooien
  4. zullen opengooien
  5. zullen opengooien
  6. zullen opengooien
o.v.t.t.
  1. zou opengooien
  2. zou opengooien
  3. zou opengooien
  4. zouden opengooien
  5. zouden opengooien
  6. zouden opengooien
en verder
  1. is opengegooid
  2. zijn opengegooid
diversen
  1. gooi open!
  2. gooit open!
  3. opengegooid
  4. opengooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opengooien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aufwerfen opengooien; openwerpen aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvoeren; entameren; gesprek aanknopen; omhoogkomen; omhoogwerpen; openen; opperen; opstijgen; opvliegen; opwerpen; poneren; starten; te berde brengen; ter sprake brengen; voorleiden