Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. onbezet:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onbezet (Niederländisch) ins Deutsch

onbezet:

onbezet Adjektiv

  1. onbezet (ledig; leeg)
    leer; ledig; unbesetzt; frei; offen

Übersetzung Matrix für onbezet:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
frei ledig; leeg; onbezet bandeloos; benaderbaar; beschikbaar; disponibel; frank; genaakbaar; gratis; in vrijheid; kosteloos; losbandig; niet belast; onafhankelijk; onbedekt; onbelast; onbelast inkomen; onbewoond; ongebonden; ongebreideld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onoverdekt; onverplicht; onverstoord; open; pro deo; rechttoe; spontaan; toegankelijk; uit vrije wil; vacant; voor niets; vrij; vrij van schulden; vrijuit; vrijwillig; zonder kosten
offen ledig; leeg; onbezet benaderbaar; contemplatief; cru; eerlijk; frank; genaakbaar; genereus; goedgeefs; gul; mild; niet beschroomd; niet dicht; onbedeesd; onbeschroomd; onbewimpeld; onbewoond; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; ronduit; royaal; ruimhartig; ruiterlijk; scheutig; stoutmoedig; toegankelijk; vrijgevig; vrijmoedig; vrijpostig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ledig ledig; leeg; onbezet onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewoond; ongebruikt; ongehuwd; ongeopend
leer ledig; leeg; onbezet blanco; glazig; hol; ijdel; inhoudsloos; leeg; loos; nietszeggend; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeschreven; onbewoond; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; oningevuld; uitdrukkingsloos; vrij; wazig; wezenloos; zonder inhoud; zonder taak
unbesetzt ledig; leeg; onbezet in vrijheid; onbewoond; vrij

Wiktionary Übersetzungen für onbezet:


Cross Translation:
FromToVia
onbezet frei; offen; geläufig libre — Qui a le pouvoir de faire ce qu’il vouloir, d’agir ou de ne pas agir.
onbezet leer; unvermögend vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.