Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. offeren:
  2. offer:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für offeren (Niederländisch) ins Deutsch

offeren:

offeren Verb (offer, offert, offerde, offerden, geofferd)

  1. offeren
    opfern
    • opfern Verb (opfere, opferst, opfert, opferte, opfertet, geopfert)

Konjugationen für offeren:

o.t.t.
  1. offer
  2. offert
  3. offert
  4. offeren
  5. offeren
  6. offeren
o.v.t.
  1. offerde
  2. offerde
  3. offerde
  4. offerden
  5. offerden
  6. offerden
v.t.t.
  1. heb geofferd
  2. hebt geofferd
  3. heeft geofferd
  4. hebben geofferd
  5. hebben geofferd
  6. hebben geofferd
v.v.t.
  1. had geofferd
  2. had geofferd
  3. had geofferd
  4. hadden geofferd
  5. hadden geofferd
  6. hadden geofferd
o.t.t.t.
  1. zal offeren
  2. zult offeren
  3. zal offeren
  4. zullen offeren
  5. zullen offeren
  6. zullen offeren
o.v.t.t.
  1. zou offeren
  2. zou offeren
  3. zou offeren
  4. zouden offeren
  5. zouden offeren
  6. zouden offeren
en verder
  1. ben geofferd
  2. bent geofferd
  3. is geofferd
  4. zijn geofferd
  5. zijn geofferd
  6. zijn geofferd
diversen
  1. offer!
  2. offert!
  3. geofferd
  4. offerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

offeren [znw.] Nomen

  1. offeren
    Opfern

Übersetzung Matrix für offeren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Opfern offeren
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
opfern offeren opgeven; opofferen; prijsgeven

Verwandte Wörter für "offeren":


Wiktionary Übersetzungen für offeren:

offeren
verb
  1. wijden aan

Cross Translation:
FromToVia
offeren opfern immolate — kill as sacrifice
offeren opfern sacrifice — to offer as a gift to a deity
offeren opfern sacrifice — to give away something valuable in order to gain something else of value
offeren erbieten; opfern; sich erbieten sacrifier — Traductions à trier suivant le sens

offer:

offer [het ~] Nomen

  1. het offer (offerande)
    die Opfergabe
  2. het offer (opoffering)
    Opfer; die Hingabe; der Geschädigte; Opfertier; die Aufopferung

Übersetzung Matrix für offer:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Aufopferung offer; opoffering
Geschädigte offer; opoffering benadeelde; bezwendelde; dupe; gedupeerde; lul; pineut; sigaar
Hingabe offer; opoffering devotie; genegenheid; genoegen; genot; ijver; inzet; jool; leut; lust; overgave; plezier; pret; toegewijdheid; toewijding; trouw; zorgzaamheid
Opfer offer; opoffering dupe; geestelijk geraakte; gekwetste; lul; pineut; sigaar; slachtoffer
Opfergabe offer; offerande
Opfertier offer; opoffering offerdier; slachtoffer

Verwandte Wörter für "offer":

  • offeren, offers, offertje, offertjes

Wiktionary Übersetzungen für offer:


Cross Translation:
FromToVia
offer Opfer sacrifice — something sacrificed