Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. naar beneden werpen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für naar beneden werpen (Niederländisch) ins Deutsch

naar beneden werpen:

naar beneden werpen Verb

  1. naar beneden werpen (neerwerpen; omlaag werpen)
    hinunterwerfen; stürzen; schleudern; schmeißen; schmettern; abwerfen; hinwerfen
    • hinunterwerfen Verb (werfe hinunter, wirfst hinunter, wirft hinunter, warf hinunter, warft hinunter, hinuntergeworfen)
    • stürzen Verb (stürze, stürzest, stürzt, stürzte, stürztet, gestürzt)
    • schleudern Verb (schleudere, schleuderst, schleudert, schleuderte, schleudertet, geschleudert)
    • schmeißen Verb (schmeiße, schmeißest, schmeißt, schmißt, schmissen, geschmissen)
    • schmettern Verb (schmettere, schmetterst, schmettert, schmetterte, schmettertet, geschmetterd)
    • abwerfen Verb (werfe ab, wirfst ab, wirft ab, warf ab, warft ab, abgeworfen)
    • hinwerfen Verb (werfe hin, wirfst hin, wirft hin, warf hin, warft hin, hingeworfen)

Übersetzung Matrix für naar beneden werpen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abwerfen naar beneden werpen; neerwerpen; omlaag werpen afsmijten; afwerpen; afzetten; droppen; ergens loslaten; opbrengen; opleveren
hinunterwerfen naar beneden werpen; neerwerpen; omlaag werpen eraf gooien; eraf werpen; omlaagwerpen
hinwerfen naar beneden werpen; neerwerpen; omlaag werpen
schleudern naar beneden werpen; neerwerpen; omlaag werpen centrifugeren; deinen; donderen; floepen; glippen; golven; heen en weer zwaaien; onweren; schommelen; slingeren; wegglippen; wiebelen; wiegen
schmeißen naar beneden werpen; neerwerpen; omlaag werpen afzetten; donderen; droppen; ergens loslaten; keilen; kwakken; lazeren; neerkwakken; onweren; slagen voor; smakken; smijten; sodemieteren
schmettern naar beneden werpen; neerwerpen; omlaag werpen deinen; donderen; echoën; galmen; golven; hoorbaar zijn; knallen; luidkeels iets verkondigen; naklinken; onweren; schetteren; tetteren; weerklinken
stürzen naar beneden werpen; neerwerpen; omlaag werpen buitelen; deponeren; donderen; duikelen; gieten; hardlopen; ineenduiken; kelderen; naar beneden donderen; onderuitgaan; onweren; op zijn bek gaan; rennen; schenken; steil afhellen; steil vallen; sterk in waarde dalen; storten; tempo maken; ten val komen; uitstorten; vallen

Verwandte Übersetzungen für naar beneden werpen