Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. leiding geven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für leiding geven (Niederländisch) ins Deutsch

leiding geven:

leiding geven Verb

  1. leiding geven (leiden; besturen; aanvoeren; voorzitten; managen)
    leiten; führen; anführen; dirigieren
    • leiten Verb (leite, leitst, leitt, leitte, leittet, geleitet)
    • führen Verb (führe, führst, führt, führte, führtet, geführt)
    • anführen Verb (führe an, führst an, führt an, führte an, führtet an, angeführt)
    • dirigieren Verb (dirigiere, dirigierst, dirigiert, dirigierte, dirigiertet, dirigiert)

Übersetzung Matrix für leiding geven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anführen aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aandragen; aanvoeren; vooruitgaan
dirigieren aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten dirigeren; orkest dirigeren
führen aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aanvoeren; afstemmen; begeleiden; bevel voeren over; bewaarheid worden; blijken; commanderen; coördineren; indexeren; instellen; leiden; leidinggeven; meevoeren; resulteren; rondleiden; snel bewegen; uitkomen; uitkomen bij; uitvloeien in; van indexnummers voorzien; verwijzen; voeren
leiten aanvoeren; besturen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten aanvoeren; begeleiden; bevel voeren over; commanderen; coördineren; leiden; leidinggeven; meevoeren; verwijzen; voeren

Verwandte Übersetzungen für leiding geven