Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. kaken:
  2. kak:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kaken (Niederländisch) ins Deutsch

kaken:

kaken Verb (kaak, kaakt, kaakte, kaakten, gekaakt)

  1. kaken (vis kaken; uitsnijden)
    ausnehmen
    • ausnehmen Verb (nehme aus, nimmst aus, nimmt aus, nahm aus, nahmt aus, ausgenommen)

Konjugationen für kaken:

o.t.t.
  1. kaak
  2. kaakt
  3. kaakt
  4. kaken
  5. kaken
  6. kaken
o.v.t.
  1. kaakte
  2. kaakte
  3. kaakte
  4. kaakten
  5. kaakten
  6. kaakten
v.t.t.
  1. heb gekaakt
  2. hebt gekaakt
  3. heeft gekaakt
  4. hebben gekaakt
  5. hebben gekaakt
  6. hebben gekaakt
v.v.t.
  1. had gekaakt
  2. had gekaakt
  3. had gekaakt
  4. hadden gekaakt
  5. hadden gekaakt
  6. hadden gekaakt
o.t.t.t.
  1. zal kaken
  2. zult kaken
  3. zal kaken
  4. zullen kaken
  5. zullen kaken
  6. zullen kaken
o.v.t.t.
  1. zou kaken
  2. zou kaken
  3. zou kaken
  4. zouden kaken
  5. zouden kaken
  6. zouden kaken
en verder
  1. is gekaakt
diversen
  1. kaak!
  2. kaakt!
  3. gekaakt
  4. kakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kaken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ausnehmen kaken; uitsnijden; vis kaken beroven; eruit nemen; ledigen; leeghalen; leegmaken; lenen; loshalen; naar buiten halen; ontdoen; ontlenen; plunderen; uitbuiten; uithalen; uitklokken; uitknijpen; uitpersen; uitzuigen; verneuken

Verwandte Wörter für "kaken":


Wiktionary Übersetzungen für kaken:

kaken
verb
  1. de ingewanden van een vis ontdoen

kaken form of kak:

kak [de ~ (m)] Nomen

  1. de kak (poep; schijt; stront; drek)
    der Pup; die Kacke; der Schmutz; der Kot; der Kötel; der Dreck; die Exkremente; die Ausscheidung; die Fäkalien; der Mist

Übersetzung Matrix für kak:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Ausscheidung drek; kak; poep; schijt; stront afscheiding; uittreding; wondvocht
Dreck drek; kak; poep; schijt; stront beer; drek; excrementen; fecaliën; feces; goorheid; groezeligheid; kledder; klodder; kwak; lik; prut; smeerlapperij; smerigheid; smurrie; stofje; uitscheiding; uitwerpselen; vervuiling; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; vuiltje
Exkremente drek; kak; poep; schijt; stront beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
Fäkalien drek; kak; poep; schijt; stront beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
Kacke drek; kak; poep; schijt; stront beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
Kot drek; kak; poep; schijt; stront beer; drek; drol; excrementen; fecaliën; feces; hoop; keutel; prut; smurrie; stuk poep; uitscheiding; uitwerpsel; uitwerpselen
Kötel drek; kak; poep; schijt; stront
Mist drek; kak; poep; schijt; stront drek; mest; prut; smurrie
Pup drek; kak; poep; schijt; stront
Schmutz drek; kak; poep; schijt; stront drab; drek; goorheid; groezeligheid; kledder; klodder; kwak; lik; morsigheid; prut; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; smurrie; vervuiling; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel

Verwandte Wörter für "kak":


Wiktionary Übersetzungen für kak:


Cross Translation:
FromToVia
kak Scheiße; Kacke shit — solid excretory product evacuated from the bowel

Verwandte Übersetzungen für kaken