Niederländisch

Detailübersetzungen für gratie (Niederländisch) ins Deutsch

gratie:

gratie [de ~ (v)] Nomen

  1. de gratie (goedgunstigheid; welwillendheid)
    der Wohltat; die Wohltätigkeit; Liebeswerk
  2. de gratie (kwijtschelding; begenadiging; genade; pardon)
    die Erlassung; die Verzeihung; die Gnade; die Grazie; die Vergebung; die Begnadigung
  3. de gratie (elegantie)
    die Eleganz; die Zierlichkeit
  4. de gratie (goedertierenheid; genade)
    die Gnade; die Güte; die Milde; die Barmherzigkeit
  5. de gratie (bekoorlijkheid; aantrekkingskracht; charme; )
    der Scharm; der Reiz; die Bezauberung; die Anmut; die Grazie; der Zauber; die Lieblichkeit; der Liebreiz

Übersetzung Matrix für gratie:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Anmut aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; beminnelijkheid; betovering; bevalligheid; fascinatie; liefheid; lieflijkheid; lieftalligheid; zoetheid
Barmherzigkeit genade; goedertierenheid; gratie
Begnadigung begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon
Bezauberung aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; extase; fascinatie; geestvervoering; magie; trance; verrukking; vervoering
Eleganz elegantie; gratie betamelijkheid; elegance; fatsoen; fatsoenlijkheid; finesse; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
Erlassung begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon
Gnade begenadiging; genade; goedertierenheid; gratie; kwijtschelding; pardon genade; pardon; vergeving; vergevingsgezindheid; vergiffenis; verschoning
Grazie aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; begenadiging; bekoorlijkheid; bekoring; charme; genade; gratie; kwijtschelding; pardon bekoorlijkheid; bevalligheid; lieflijkheid; lieftalligheid; sierlijkheid
Güte genade; goedertierenheid; gratie clementie; compassie; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedwilligheid; mildheid; toegevendheid; welwillendheid
Liebeswerk goedgunstigheid; gratie; welwillendheid aalmoes; liefdedienst; liefdewerk
Lieblichkeit aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie bekoorlijkheid; bevalligheid; fleur; frisse bekoorlijkheid; lieflijkheid; lieftalligheid
Liebreiz aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie bekoorlijkheid; beminnelijkheid; bevalligheid
Milde genade; goedertierenheid; gratie clementie; compassie; consideratie; goedertierenheid; goedheid; inschikkelijkheid; mildheid; toegeeflijkheid; toegevendheid; welwillendheid
Reiz aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie aai; aaiing; aanhalen; aanlokkelijkheid; aanmoediging; aansporing; aantrekkelijkheid; animering; attractiviteit; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; bevalligheid; fascinatie; gestreel; impuls; liefkozing; lieflijkheid; lieftalligheid; luim; opwekking; opwelling; prikkel; stimulans; stimulering; streling; vleien
Scharm aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie
Vergebung begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon genade; pardon; vergeving; vergevingsgezindheid; vergiffenis; verschoning
Verzeihung begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon genade; justificatie; pardon; rechtvaardiging; sorry; vergeving; vergevingsgezindheid; vergiffenis; verschoning
Wohltat goedgunstigheid; gratie; welwillendheid humaniteit; liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; liefdewerk; weldaad; weldadigheidsinstelling
Wohltätigkeit goedgunstigheid; gratie; welwillendheid aalmoes; humaniteit; liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; liefdadigheidswerk; liefdewerk; weldadigheid; weldadigheidsinstelling
Zauber aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; fascinatie; tovenarij; toverkunst
Zierlichkeit elegantie; gratie sierlijkheid

Verwandte Definitionen für "gratie":

  1. gunst1
    • wie uit de gratie is, krijgt weinig meer voor elkaar1
  2. kwijtschelding van straf1
    • de misdadiger kreeg twee jaar gratie1

Wiktionary Übersetzungen für gratie:

gratie
noun
  1. het afzien van de uitvoering van een straf

Cross Translation:
FromToVia
gratie Grazie; Anmut grace — elegant movement, poise or balance