Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. eerder beginnen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für eerder beginnen (Niederländisch) ins Deutsch

eerder beginnen:

eerder beginnen Verb (begin eerder, begint eerder, begon eerder, begonnen eerder, eerder begonnen)

  1. eerder beginnen

Konjugationen für eerder beginnen:

o.t.t.
  1. begin eerder
  2. begint eerder
  3. begint eerder
  4. beginnen eerder
  5. beginnen eerder
  6. beginnen eerder
o.v.t.
  1. begon eerder
  2. begon eerder
  3. begon eerder
  4. begonnen eerder
  5. begonnen eerder
  6. begonnen eerder
v.t.t.
  1. ben eerder begonnen
  2. bent eerder begonnen
  3. is eerder begonnen
  4. zijn eerder begonnen
  5. zijn eerder begonnen
  6. zijn eerder begonnen
v.v.t.
  1. was eerder begonnen
  2. was eerder begonnen
  3. was eerder begonnen
  4. waren eerder begonnen
  5. waren eerder begonnen
  6. waren eerder begonnen
o.t.t.t.
  1. zal eerder beginnen
  2. zult eerder beginnen
  3. zal eerder beginnen
  4. zullen eerder beginnen
  5. zullen eerder beginnen
  6. zullen eerder beginnen
o.v.t.t.
  1. zou eerder beginnen
  2. zou eerder beginnen
  3. zou eerder beginnen
  4. zouden eerder beginnen
  5. zouden eerder beginnen
  6. zouden eerder beginnen
diversen
  1. begin eerder!
  2. begint eerder!
  3. eerder begonnen
  4. eerder beginnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für eerder beginnen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
früher anfangen eerder beginnen
früher beginnen eerder beginnen

Verwandte Übersetzungen für eerder beginnen