Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. doorvertellen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorvertellen (Niederländisch) ins Deutsch

doorvertellen:

doorvertellen Verb (vertel door, vertelt door, vertelde door, vertelden door, doorverteld)

  1. doorvertellen (doorgeven; rondvertellen; doorspelen; rondbrieven)
    durchsagen; übertragen; austragen; weitererzählen; denunzieren; herumerzählen; ausposaunen
    • durchsagen Verb (durchsage, durchsagst, durchsagt, durchsagte, durchsagtet, durchsagt)
    • übertragen Verb (übertrage, überträgst, überträgt, übertrug, übertrugt, übertragen)
    • austragen Verb (trage aus, trägst aus, trägt aus, trug aus, trugt aus, ausgetragen)
    • weitererzählen Verb (erzähle weiter, erzählst weiter, erzählt weiter, erzählte weiter, erzähltet weiter, weitererzählt)
    • denunzieren Verb (denunziere, denunzierst, denunziert, denunzierte, denunziertet, denunziert)
    • herumerzählen Verb (erzähle herum, erzählst herum, erzählt herum, zählte herum, herumerzählt)
    • ausposaunen Verb (posaune aus, posaunst aus, posaunt aus, posaunte aus, posauntet aus, ausposaunt)

Konjugationen für doorvertellen:

o.t.t.
  1. vertel door
  2. vertelt door
  3. vertelt door
  4. vertellen door
  5. vertellen door
  6. vertellen door
o.v.t.
  1. vertelde door
  2. vertelde door
  3. vertelde door
  4. vertelden door
  5. vertelden door
  6. vertelden door
v.t.t.
  1. heb doorverteld
  2. hebt doorverteld
  3. heeft doorverteld
  4. hebben doorverteld
  5. hebben doorverteld
  6. hebben doorverteld
v.v.t.
  1. had doorverteld
  2. had doorverteld
  3. had doorverteld
  4. hadden doorverteld
  5. hadden doorverteld
  6. hadden doorverteld
o.t.t.t.
  1. zal doorvertellen
  2. zult doorvertellen
  3. zal doorvertellen
  4. zullen doorvertellen
  5. zullen doorvertellen
  6. zullen doorvertellen
o.v.t.t.
  1. zou doorvertellen
  2. zou doorvertellen
  3. zou doorvertellen
  4. zouden doorvertellen
  5. zouden doorvertellen
  6. zouden doorvertellen
en verder
  1. is doorverteld
  2. zijn doorverteld
diversen
  1. vertel door!
  2. vertelt door!
  3. doorverteld
  4. doorvertellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorvertellen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ausposaunen doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen doormeppen; doorslaan; klikken; uitbazuinen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
austragen doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen bestellen; een boodschap uitdragen; geven; inschrijving opheffen; klikken; orderen; schenken; ten einde dragen; uitdragen; uitspelen; uitstrooien; uitzaaien; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verklikken; verkondigen; verlenen; verlinken; verraden; verstrekken; vertellen; voldragen
denunzieren doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
durchsagen doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen
herumerzählen doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen babbelen; kakelen; klappen; kletsen; klikken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; wauwelen; zwammen
weitererzählen doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen babbelen; kakelen; klappen; kletsen; klikken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; wauwelen; zwammen
übertragen doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen delegeren; omhoogbrengen; overbrengen; overdragen; overplaatsen; overzenden; overzetten; rechtop zetten; standplaats veranderen; transporteren; uitzenden; vervoeren
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
übertragen broadcast-; figuurlijk; oneigenlijk; overdrachtelijk; zinnebeeldig

Wiktionary Übersetzungen für doorvertellen:


Cross Translation:
FromToVia
doorvertellen weitergeben; übertragen pass on — to convey or communicate