Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. bevattelijk:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bevattelijk (Niederländisch) ins Deutsch

bevattelijk:

bevattelijk Adjektiv

  1. bevattelijk (begrijpelijk; inzichtelijk; duidelijk; helder)
  2. bevattelijk (vlug van begrip; goedleers)
    klug; intelligent; gelehrig

Übersetzung Matrix für bevattelijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
begreiflich begrijpelijk; bevattelijk; duidelijk; helder; inzichtelijk algemeen begrijpbaar; bevatbaar; inzichtelijk
deutlich begrijpelijk; bevattelijk; duidelijk; helder; inzichtelijk aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; begrijpelijk; bevatbaar; direct; doorgrond; doorzien; duidelijk; flagrant; helder; herkenbaar; klaar als een klontje; onmiskenbaar; op heterdaad; overduidelijk; overzichtelijk; recht door zee; regelrecht; verhelderend; verstaanbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar
faßlich begrijpelijk; bevattelijk; duidelijk; helder; inzichtelijk bevatbaar
gelehrig bevattelijk; goedleers; vlug van begrip
intelligent bevattelijk; goedleers; vlug van begrip clever; intelligent; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
klug bevattelijk; goedleers; vlug van begrip adrem; behendig; bekwaam; belezen; bijdehand; briljant; clever; erudiet; geletterd; geniaal; gestudeerd; gevat; gis; handig; hooggeleerd; ingenieus; intelligent; kien; knap; kundig; kunstig; ontwikkeld; pienter; raak; rationeel; redelijk; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; verstandelijk; vindingrijk; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
verständlich begrijpelijk; bevattelijk; duidelijk; helder; inzichtelijk algemeen begrijpbaar; begrijpelijk; bevatbaar; duidelijk; eenduidig; flagrant; helder; ondubbelzinnig; overduidelijk; verstaanbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar

Verwandte Wörter für "bevattelijk":

  • bevattelijkheid, bevattelijke