Niederländisch

Detailübersetzungen für banaal (Niederländisch) ins Deutsch

banaal:

banaal Adjektiv

  1. banaal (schunnig; triviaal; vunzig; )
    schmierig; faul; dick; heimtückisch; schamlos; fettartig; schal; schmutzig; falsch; grob; fett; ekelhaft; platt; dürftig; derb; dumpf; rüde; schäbig; banal; hinterhältig; fettig; garstig; hinterlistig; obszön; trivial; abgestanden; schmuddelig; dumpfig; bäuerisch; schofel; schuftig; schmählich; schändlich; ungeschlacht
  2. banaal (vuig; laag)
    platt; nierderträchtig; gemein; trivial

Übersetzung Matrix für banaal:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dick banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig corpulent; dik; fors; gezet; in details; lijvig; massief; moddervet; omvangrijk; potig; robuust; struis; uitgewerkt; vet; volumineus; zwaar; zwaar van lijf; zwaargebouwd; zwaarlijvig
fett banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig corpulent; dik; geducht; gezet; in hoge mate; lijvig; machtig; moddervet; moeilijk verteerbaar; morsig; omvangrijk; ranzig; slecht verteerbaar; slonzig; slordig; smerig; vet; vettig; vies; viezig; voddig; volumineus; vuil; vunzig; zwaar; zwaar van lijf; zwaarlijvig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abgestanden banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig goor; grof; laag-bij-de-grond; lomp; onverkwikkelijk; plat; platvloers; ranzig; schunnig; smerig; stuitend; vies; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend
banal banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig gemeen; grof; in geringe mate; klein; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niet hoog; onedel; ordinair; plat; platvloers; vulgair
bäuerisch banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig aanmatigend; bot; dorps; krukkig; lomp; onbeholpen; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; onhandig; onopgevoed; respectloos; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
derb banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig aanmatigend; bot; dorps; duidelijk; ferm; fiks; flagrant; flink; fors; grof; grofgebouwd; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; ongepast; onkies; onopgevoed; onvertogen; overduidelijk; potig; respectloos; robuust; ruw; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; verkeerd; zo klaar als een klontje; zonneklaar
dumpf banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig afgedempt; bedompt; benauwd; beslagen; doezelig; dof; drukkend; duf; gedempt; glansloos; grauwkleurig; grijs; mat; muf; niet helder; onduidelijk; soezerig; suf; vaag
dumpfig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig afgedempt; doezelig; dof; flets; gedempt; grauwkleurig; grijs; mat; niet helder; onduidelijk; soezerig; suf; vaag
dürftig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig arm; armelijk; armoedig; armzalig; bekaaid; berooid; dun; er bekaaid afkomen; gammel; geen vet op de botten hebbende; gemeen; iel; in geringe mate; inferieur; karig; klein; krakkemikkig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; luttel; mager; minderwaardig; niet hoog; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; onvolgroeid; pover; schamel; schraal; schriel; slecht; tweederangs; wankel; weinig; zwak
ekelhaft banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig afgrijselijk; afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; afstotend voor zintuigen; goor; gruwelijk; lelijk; misselijk; misselijkmakend; morsig; naar; onpasselijk; onverkwikkelijk; onwel; ranzig; slonzig; slordig; smerig; stuitend; verschrikkelijk; vies; viezig; voddig; vreselijk; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend
falsch banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig abuis; achterbaks; arglistig; bedriegelijk; doortrapt; ernaast; fout; foutief; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; link; listig; met slechte intentie; mis; nagemaakt; niet echt; niet hoog; onecht; onedel; ongepast; onjuist; onkies; onvertogen; onwaar; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; ten onrechte; tweetongig; uitgekookt; vals; valselijk; verkeerd
faul banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig bedorven; goor; lijzig; log; loom; lui; morsig; niets doend; onduidelijk; onverkwikkelijk; ranzig; rot; rottig; slecht; slonzig; slordig; smerig; stuitend; vadsig; vergaan; verrot; vies; viezig; voddig; voos; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; wollig
fettartig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig
fettig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig goor; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; slonzig; slordig; smeerachtig; smerig; stuitend; vet; vetachtig; vethoudend; vetrijk; vettig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend
garstig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig boos; furieus; kwaad; nijdig; razend; schofterig; spinnijdig; toornig; vertoornd; woest; ziedend
gemein banaal; laag; vuig achterbaks; bedriegelijk; bosachtig; donker; doortrapt; dubieus; duister; gefingeerd; gehaaid; gemeen; gemeenschappelijk; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gewoon; gezamenlijk; glibberig; gluiperig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; luguber; macaber; met zijn allen; min; nagemaakt; normaal; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; ploertig; slecht; slinks; sluw; snood; spookachtig; stiekem; tezamen; uitgekookt; vals; verdacht
grob banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig aanmatigend; afgedempt; barbaars; beestachtig; bot; brutaal; bruut; dierlijk; dorps; gedempt; godgeklaagd; grof; grofgebouwd; hard; hardhandig; heftig; hemeltergend; honds; hondsbrutaal; inhumaan; krukkig; laag-bij-de-grond; log; lomp; meedogenloos; monsterlijk; niet helder; onbeheerst; onbeholpen; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onduidelijk; ongegeneerd; ongepast; onhandig; onhebbelijk; onheus; onkies; onmenselijk; onopgevoed; onsierlijk van gedaante; onstuimig; onvertogen; onvriendelijk; onzacht; plat; platvloers; plomp; respectloos; ruw; schunnig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; ten hemel schreiend; vaag; verkeerd; verregaand; vervaagd; vrijpostig; vunzig; weggezakt in het geheugen; wreed; zeer ergerlijk
heimtückisch banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig achterbaks; bedriegelijk; donker; doortrapt; dubieus; duister; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevaarlijk; gewiekst; glibberig; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; luguber; macaber; min; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; op steelse wijze; slecht; slinks; sluw; snood; spookachtig; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; trouweloos; uitgekookt; vals; verdacht; verraderlijk
hinterhältig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig achterbaks; arglistig; bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; donker; doortrapt; dubieus; duister; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; in het geniep; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; link; listig; luguber; macaber; min; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; schurkachtig; slecht; slinks; sluw; snood; spookachtig; stiekem; uitgekookt; vals; verdacht
hinterlistig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig achterbaks; arglistig; bedriegelijk; clever; donker; doortrapt; dreigend; dubieus; duister; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; heimelijk; huiveringwekkend; in het geheim; in het geniep; kien; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; link; listig; luguber; macaber; met slechte intentie; min; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onheilspellend; onwaar; op steelse wijze; pienter; schrander; sinister; slecht; slim; slinks; sluw; snood; snugger; spookachtig; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; tweetongig; uitgekookt; uitgeslapen; vals; verdacht
nierderträchtig banaal; laag; vuig
obszön banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig amoreel; grof; immoreel; laag-bij-de-grond; lomp; obsceen; onzedelijk; onzedig; plat; platvloers; ploertig; schuin; schunnig; vies; vunzig; zedeloos
platt banaal; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vuig; vunzig effen; egaal; gelijk; geslepen; geëgaliseerd; glad; grof; ordinair; plat; platvloers; ploertig; strak; vlak; vlakuit; volks; vulgair
rüde banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig agressief; bitter teleurgesteld; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hard; hardhandig; laag-bij-de-grond; lomp; onzacht; plat; platvloers; ruw; schofterig; schunnig; verbitterd; vunzig
schal banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig bleek; dor; duf; flauw; flets; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; schraal; slap; smakeloos; suf; verschaald; verschoten; verschraald; waterachtig; waterig; zonder smaak
schamlos banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig amoreel; brutaal; gemeen; hondsbrutaal; immoreel; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; obsceen; onbeleefd; onedel; ongemanierd; ongepast; onkies; onvertogen; onzedelijk; onzedig; ploertig; schaamteloos; schandalig; schuin; verfoeilijk; verkeerd; vies; vrijpostig; vunzig; zedeloos
schmierig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig dellerig; donker; dubieus; duister; glibberig; goor; haveloos; morsig; obsceen; obscuur; onguur; onverkwikkelijk; ranzig; schuin; sletterig; slodderig; slonzig; slordig; smeerachtig; smerig; stuitend; verdacht; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zedeloos
schmuddelig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig bedoezeld; goor; groezelig; grof; kliederig; knoeierig; laag-bij-de-grond; lomp; morsig; onverkwikkelijk; plat; platvloers; ranzig; schunnig; slonzig; slordig; smeerachtig; smerig; smoezelig; stuitend; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend
schmutzig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp

Verwandte Wörter für "banaal":

  • banale

Wiktionary Übersetzungen für banaal:


Cross Translation:
FromToVia
banaal banal banal — common
banaal abgedroschen; banal; abgenutzt hackneyed — repeated too often
banaal Alltägliche; täglich; Wiederkehrende quotidian — common, mundane
banaal banal; platt; nichtssagend; abgedroschen trite — worn out; hackneyed; used so many times that it is no longer interesting or effective
banaal abgedroschen; alltägich; banal; fade; fad banal — (figuré) Qui se met à la disposition de tout le monde.