Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. schreeuwlelijk:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schreeuwlelijk (Niederländisch) ins Deutsch

schreeuwlelijk:

schreeuwlelijk [de ~ (m)] Nomen

  1. de schreeuwlelijk (schreeuwer; brulboei)
    der Schreihals; der Großmaul; der Schreier; die Großmäuler; der Heulpeter

Übersetzung Matrix für schreeuwlelijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Großmaul brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk bluffer; dikdoener; druktemaker; een vreemde snuiter; grootspreker; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; snoeshaan; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; zenuwlijder
Großmäuler brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk
Heulpeter brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk huilebalk; huiler; jankebalk; janker; snottebalk
Schreier brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk
Schreihals brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk

Verwandte Wörter für "schreeuwlelijk":


Wiktionary Übersetzungen für schreeuwlelijk:


Cross Translation:
FromToVia
schreeuwlelijk knallig; grell; protzig; kitschig gaudy — very showy or ornamented
schreeuwlelijk Kläffer; Beller; Ausrufer aboyeur — chasse|fr chien qui aboyer à la vue du sanglier, sans en approcher.