Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. redden:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für redden (Niederländisch) ins Deutsch

redden:

redden Verb (red, redt, redde, redden, gered)

  1. redden
    retten
    • retten Verb (rette, rettst, rettt, rettte, retttet, gerettet)

Konjugationen für redden:

o.t.t.
  1. red
  2. redt
  3. redt
  4. redden
  5. redden
  6. redden
o.v.t.
  1. redde
  2. redde
  3. redde
  4. redden
  5. redden
  6. redden
v.t.t.
  1. heb gered
  2. hebt gered
  3. heeft gered
  4. hebben gered
  5. hebben gered
  6. hebben gered
v.v.t.
  1. had gered
  2. had gered
  3. had gered
  4. hadden gered
  5. hadden gered
  6. hadden gered
o.t.t.t.
  1. zal redden
  2. zult redden
  3. zal redden
  4. zullen redden
  5. zullen redden
  6. zullen redden
o.v.t.t.
  1. zou redden
  2. zou redden
  3. zou redden
  4. zouden redden
  5. zouden redden
  6. zouden redden
en verder
  1. ben gered
  2. bent gered
  3. is gered
  4. zijn gered
  5. zijn gered
  6. zijn gered
diversen
  1. red!
  2. redt!
  3. gered
  4. reddend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für redden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
retten redden

Verwandte Definitionen für "redden":

  1. het voor elkaar krijgen, erin slagen1
    • je hoeft niet te helpen, ik red het wel alleen1
  2. uit gevaar of moeilijkheden halen1
    • de man heeft het kind uit het water gered1

Wiktionary Übersetzungen für redden:

redden
verb
  1. actie ondernemen om iets of iemand uit de moeilijkheden te halen

Cross Translation:
FromToVia
redden befreien redeem — to save, rescue, recover
redden retten rescue — to save from any danger or violence
redden retten save — to help someone to survive
redden retten; erlösen; erretten sauvergarantir, préserver, tirer du péril, mettre en sûreté.