Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. overzetten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overzetten (Niederländisch) ins Deutsch

overzetten:

overzetten Verb (zet over, zette over, zetten over, overgezet)

  1. overzetten (transponeren)
    umsetzen; überführen; transponieren
    • umsetzen Verb (setze um, setzt um, setzte um, setztet um, umgesetzt)
    • überführen Verb (überführe, überführst, überführt, überführte, überführtet, überführt)
  2. overzetten (vertalen; translateren; vertolken)
    übersetzen
    • übersetzen Verb (übersetze, übersetzt, übersetzte, übersetztet, übersetzt)
  3. overzetten
    übertragen
    • übertragen Verb (übertrage, überträgst, überträgt, übertrug, übertrugt, übertragen)

Konjugationen für overzetten:

o.t.t.
  1. zet over
  2. zet over
  3. zet over
  4. zetten over
  5. zetten over
  6. zetten over
o.v.t.
  1. zette over
  2. zette over
  3. zette over
  4. zetten over
  5. zetten over
  6. zetten over
v.t.t.
  1. heb overgezet
  2. hebt overgezet
  3. heeft overgezet
  4. hebben overgezet
  5. hebben overgezet
  6. hebben overgezet
v.v.t.
  1. had overgezet
  2. had overgezet
  3. had overgezet
  4. hadden overgezet
  5. hadden overgezet
  6. hadden overgezet
o.t.t.t.
  1. zal overzetten
  2. zult overzetten
  3. zal overzetten
  4. zullen overzetten
  5. zullen overzetten
  6. zullen overzetten
o.v.t.t.
  1. zou overzetten
  2. zou overzetten
  3. zou overzetten
  4. zouden overzetten
  5. zouden overzetten
  6. zouden overzetten
en verder
  1. ben overgezet
  2. bent overgezet
  3. is overgezet
  4. zijn overgezet
  5. zijn overgezet
  6. zijn overgezet
diversen
  1. zet over!
  2. zet over!
  3. overgezet
  4. overzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overzetten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
transponieren overzetten; transponeren anders boeken; transponeren
umsetzen overzetten; transponeren anders boeken; iets omdraaien; omkeren; overplanten
überführen overzetten; transponeren doorvoeren; overplaatsen; standplaats veranderen
übersetzen overzetten; translateren; vertalen; vertolken met een vaartuig overzetten; overbrengen; overvaren; translateren; vertalen; vertolken
übertragen overzetten delegeren; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; omhoogbrengen; overbrengen; overdragen; overplaatsen; overzenden; rechtop zetten; rondbrieven; rondvertellen; standplaats veranderen; transporteren; uitzenden; vervoeren
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
übertragen broadcast-; figuurlijk; oneigenlijk; overdrachtelijk; zinnebeeldig

Wiktionary Übersetzungen für overzetten:

overzetten
verb
  1. van de ene kant naar de andere brengen
  2. van het ene systeem naar het andere systeem brengen
  3. zie vertalen
overzetten
  1. (intransitiv) mit einer Fähre von einem Gewässerufer zum anderen fahren

Cross Translation:
FromToVia
overzetten übersetzen translate — to change text from one language to another
overzetten übersetzen; übergeben; übertragen traduire — Faire la traduction d’un texte ou de paroles ou de tout document depuis une langue vers une autre langue.

Verwandte Übersetzungen für overzetten