Niederländisch

Detailübersetzungen für garanderen (Niederländisch) ins Deutsch

garanderen:

garanderen Verb (garandeer, garandeert, garandeerde, garandeerden, gegarandeerd)

  1. garanderen (verzekeren; waarborgen; instaan voor; vast beloven)
    sicherstellen; garantieren; gewährleisten
    • garantieren Verb (garantiere, garantierst, garantiert, garantierte, garantiertet, garantiert)
    • gewährleisten Verb (gewährleiste, gewährleistest, gewährleistet, gewährleistete, gewährleistetet, gewährleistet)

Konjugationen für garanderen:

o.t.t.
  1. garandeer
  2. garandeert
  3. garandeert
  4. garanderen
  5. garanderen
  6. garanderen
o.v.t.
  1. garandeerde
  2. garandeerde
  3. garandeerde
  4. garandeerden
  5. garandeerden
  6. garandeerden
v.t.t.
  1. heb gegarandeerd
  2. hebt gegarandeerd
  3. heeft gegarandeerd
  4. hebben gegarandeerd
  5. hebben gegarandeerd
  6. hebben gegarandeerd
v.v.t.
  1. had gegarandeerd
  2. had gegarandeerd
  3. had gegarandeerd
  4. hadden gegarandeerd
  5. hadden gegarandeerd
  6. hadden gegarandeerd
o.t.t.t.
  1. zal garanderen
  2. zult garanderen
  3. zal garanderen
  4. zullen garanderen
  5. zullen garanderen
  6. zullen garanderen
o.v.t.t.
  1. zou garanderen
  2. zou garanderen
  3. zou garanderen
  4. zouden garanderen
  5. zouden garanderen
  6. zouden garanderen
en verder
  1. is gegarandeerd
  2. zijn gegarandeerd
diversen
  1. garandeer!
  2. garandeert!
  3. gegarandeerd
  4. garanderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für garanderen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
garantieren garanderen; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen borg staan; borg zijn; garant staan; instaan; instaan voor; vergewissen
gewährleisten garanderen; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen borg staan; borg zijn; garant staan; instaan; instaan voor
sicherstellen garanderen; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen beveiligen; borg staan; borg zijn; garant staan; instaan; instaan voor; van alarm voorzien; vrijwaren

Wiktionary Übersetzungen für garanderen:

garanderen
verb
  1. de uitkomst ergens van verzekeren

Cross Translation:
FromToVia
garanderen garantieren; versichern guarantee — to assure that something will get done right
garanderen vereinbaren stipulate — to specify, promise or guarantee something in an agreement
garanderen garantieren warrant — to guarantee
garanderen begünstigen; beschirmen; protektieren; schützen; beschützen; geloben; verheißen; versprechen; zusagen; ausführen; bestellen; erfüllen; leisten; bürgen; Gewähr leisten; haften; verbürgen; behaupten; bestätigen; vergewissern; versichern; beteuern; zusichern; sicherstellen assurerrendre stable.
garanderen bürgen; Gewähr leisten; haften; verbürgen cautionner — Se rendre caution pour quelqu’un.