Übersicht
Englisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. overtake:
  2. Wiktionary:


Englisch

Detailübersetzungen für overtake (Englisch) ins Niederländisch

overtake:

to overtake Verb (overtakes, overtook, overtaking)

  1. to overtake (pass; move past; ride past; sail past)
    passeren; voorbijgaan; inhalen; voorbijrijden
    • passeren Verb (passeer, passeert, passeerde, passeerden, gepasseerd)
    • voorbijgaan Verb (ga voorbij, gaat voorbij, ging voorbij, gingen voorbij, voorbij gegaan)
    • inhalen Verb (haal in, haalt in, haalde in, haalden in, ingehaald)
    • voorbijrijden Verb (rijd voorbij, rijdt voorbij, reed voorbij, reden voorbij, voorbij gereden)
  2. to overtake (sail past)
    voorbijvaren
    • voorbijvaren Verb (vaar voorbij, vaart voorbij, voer voorbij, voeren voorbij, voorbij gevaren)

Konjugationen für overtake:

present
  1. overtake
  2. overtake
  3. overtakes
  4. overtake
  5. overtake
  6. overtake
simple past
  1. overtook
  2. overtook
  3. overtook
  4. overtook
  5. overtook
  6. overtook
present perfect
  1. have overtaken
  2. have overtaken
  3. has overtaken
  4. have overtaken
  5. have overtaken
  6. have overtaken
past continuous
  1. was overtaking
  2. were overtaking
  3. was overtaking
  4. were overtaking
  5. were overtaking
  6. were overtaking
future
  1. shall overtake
  2. will overtake
  3. will overtake
  4. shall overtake
  5. will overtake
  6. will overtake
continuous present
  1. am overtaking
  2. are overtaking
  3. is overtaking
  4. are overtaking
  5. are overtaking
  6. are overtaking
subjunctive
  1. be overtaken
  2. be overtaken
  3. be overtaken
  4. be overtaken
  5. be overtaken
  6. be overtaken
diverse
  1. overtake!
  2. let's overtake!
  3. overtaken
  4. overtaking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Übersetzung Matrix für overtake:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inhalen taking in
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inhalen move past; overtake; pass; ride past; sail past catch up; catch up with; draw in; gain; haul in; make good; make up; rectify; run in; take in
passeren move past; overtake; pass; ride past; sail past occur
voorbijgaan move past; overtake; pass; ride past; sail past elapse; expire; go by; pass
voorbijrijden move past; overtake; pass; ride past; sail past
voorbijvaren overtake; sail past
- catch; catch up with; overcome; overhaul; overpower; overwhelm; pass; sweep over; whelm
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- take a short cut and overtake

Verwandte Wörter für "overtake":

  • overtaking, overtaker

Synonyms for "overtake":


Verwandte Definitionen für "overtake":

  1. catch up with and possibly overtake1
  2. overcome, as with emotions or perceptual stimuli1
  3. travel past1

Wiktionary Übersetzungen für overtake:

overtake
verb
  1. To pass a more slowly moving object